Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flu·i·de
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen fluïde fluïder fluïedst
verbogen fluïdere fluïedste
partitief fluïdes fluïders -

Bijvoeglijk naamwoord

fluïde [1]

  1. vloeibaar
  2. niet scherp begrensd
    • Nu worden we (grofweg) tamelijk fluïde ingedeeld naar door 'de ander' maar veronderstelde opvattingen: de "elite, witte boze man, feminist, moslim of juist geen moslim, individualist, duurzaamheids aanhanger of juist klimaat scepticus etc etc. Iedereen zou zich wel kunnen beroepen op lidmaatschap van een minderheidsgroepering. [2] 
  3. onzeker
    • Is de dreiging in het gebied rond de rampplek en rond de steden Donetsk en Loehansk nog significant en de veiligheidssituatie er nog 'fluïde en onoverzichtelijk', in Charkov is het een stuk beter. Daar zitten nog Nederlanders die de repatriëringsmissie weer gaan opstarten zodra de situatie rond de rampplek weer veilig is. [3] 
    • Nederlandse burgers hoeven Jemen op dit moment nog niet te verlaten. Bovendien wordt het personeel van de Nederlandse ambassade nog niet teruggeroepen, liet het ministerie van Buitenlandse Zaken weten. Het ministerie spreekt van een 'fluïde situatie' in het land. Gisteren ontraadde het departement alle reizen naar het land. [4] 
  4. soepel
    • ,,We zien dat chapters meer fluïde opereren", zegt Meijer. ,,Ze zijn op zoek naar een tijdelijke locatie en komen dan uit bij horecagelegenheden." [5] 
Verwante begrippen


Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[6]


Verwijzingen