florijn
- flo·rijn
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gulden’ voor het eerst aangetroffen in 1369 [1]
- uit het Italiaans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | florijn | florijnen |
verkleinwoord |
- betaalmiddel uit Florence dat later in heel Europa is gebruikt
- de Nederlandse gulden die tot 2002 het wettig betaalmiddel was in Nederland
- ‘Wat dacht je dan?’ riep aws uit. ‘We schrijven het af, jongen. Want als we dat speelgoed van jou zouden verbeteren en het aan de lopende band gingen maken, zou het nog een paar duizend florijnen per stuk gaan kosten.’[4]
- [1] forint
- Het woord florijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "florijn" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "florijn" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ florijn op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 28 juni 2012
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be