flock
- Audio (US) (hulp, bestand)
- VK: /flɒk/
- VS: /flɑk/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
flock | flocks |
flock
- (veeteelt) kudde
- «Police in South Carolina said they are trying to track down the owner of a flock of sheep found wandering loose through a town.[1]»
- Politie in Zuid-Carolina verklaarde dat zij trachten de eigenaar van een kudde schapen te achterhalen die los door een plaats dwalend werd aangetreoffen.
- «Police in South Carolina said they are trying to track down the owner of a flock of sheep found wandering loose through a town.[1]»
- (religie) gemeente, congregatie
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to flock |
he/she/it | flocks |
verleden tijd | flocked |
voltooid deelwoord |
flocked |
onvoltooid deelwoord |
flocking |
gebiedende wijs | flock |
flock
- samenstromen, bij elkaar komen, zich bijeenvoegen
- «O thou, whom once they flocked to hear,[2]»
- O gij, om wien te horen zij eens samenstroomden'.
- «O thou, whom once they flocked to hear,[2]»