flippen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- flip·pen
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘ongunstig reageren op drugs, uitgekeken zijn op’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1967 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
flippen |
flipte |
geflipt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
flippen
- doordraaien, hevig balen en tekeergaan
Zelfstandig naamwoord
de flippen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord flip
Gangbaarheid
- Het woord flippen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flippen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ "flippen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be