Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fles·voe·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord flesvoeding flesvoedingen
verkleinwoord flesvoedinkje flesvoedinkjes

Zelfstandig naamwoord

de flesvoedingv

  1. vloeibare voeding die met behulp van een fles met een daarop bevestigde zuigspeen wordt toegediend (zuigfles), meestal bedoeld voor een baby
    • Flesvoeding kan door iedereen gegeven worden, moeder én vader, en een eventuele babysitter. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be