fitnessapparatuur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  fitnessapparatuur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• fit·ness·ap·pa·ra·tuur

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  fitness zn  en  apparatuur zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	fitnessapparatuur
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de fitnessapparatuur v

1. toestellen die men gebruikt om te fitnessen

   ▸ Het stel uit Schinnen leefde luxueus dankzij de fraude. Een villa, aangekocht door de stichting, werd voor veel geld verbouwd en ingericht voor privégebruik. Het stel woonde er zes jaar. Ook werden op kosten van de stichting een dure tv, fitnessapparatuur en allerlei kunst gekocht.

   ▸ "Er zijn schilders en mensen die tapijt leggen, er is personeel verantwoordelijk voor het sjouwen van dozen, verplaatsen van fitnessapparatuur of het inrichten van de kledingkast. Er is zelfs iemand die de lift bedient." Wie denkt dat in zes uur tijd alleen het hoognodige gebeurt, heeft het mis. "Er worden zelfs muren gebouwd en afgebroken in die tijd."

   ▸ Andere chauffeurs geloven niet dat dergelijke overvalmethodes in Nederland worden gebruikt. Zij denken niet dat bendes een beroving met drie auto's voorbereiden als die niet van tevoren weten hoe groot de buit is. "Stel dat het de dieven lukt", zegt een chauffeur. "Dan zouden ze in mijn laadruimte alleen maar fitnessapparatuur vinden."

Gangbaarheid

• Het woord fitnessapparatuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.