firbrennen
- Afkomstig van het Germaanse werkwoord: *farbrennan
- Afleiding van het Oudhoogduitse werkwoord brennen met het voorvoegsel fir-
firbrennen
- aansteken
- verbranden
- vernietigen
- verteren (zoals door de vlammen worden verteerd)
- zwak (1a)
- [2-3]: firbrennan
- [2-3]: firbrennit (onvoltooid deelwoord / bijvoeglijk naamwoord)
- Duits:
- [1]: anzünden
- [2]: verbrennen
- [3]: vernichten
- [4]: verzehren