financieringsfonds

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fi·nan·cie·rings·fonds
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord financieringsfonds financieringsfondsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

financieringsfonds

  1. (economie) beleggingsfonds dat de geldelijke middelen levert om bepaalde activiteiten en ondernemingen mogelijk te maken
     De institutionele beleggers hadden 1,2 miljard euro aan investeringsgeld voor het MKB en voor zorgvastgoed toegezegd, meldt NLII. Maar er is geld op de plank blijven liggen. Van de 1,2 miljard is volgens de investeringsinstelling nu slechts een derde uitgegeven. In vier jaar tijd hebben "enkele tientallen bedrijven" geld ontvangen uit door NLII opgezette financieringsfondsen. Er zijn vier zorgvastgoedprojecten van de grond gekomen.[1]
     Om deze problemen aan te pakken komt er een financieringsfonds van de Nederlandse overheid en de Europese Investeringsbank. In die pot komt 100 miljoen euro. "Dit nieuwe fonds moet veelbelovende bedrijven helpen om door te groeien", zegt minister Kamp van Economische Zaken. Hij erkent dat snelgroeiende bedrijven moeite hebben met het vinden van kapitaal.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Investeringsinstituut heft zichzelf op, geld bleef op de plank liggen” (Dinsdag 15 mei 2018, 17:18), NOS
  2.   Weblink bron
    Flip de Jong
    “Doorgroeiende start-ups hopen op 'ijsbrekereffect' van miljoenenfonds” (Woensdag 27 september 2017, 16:37), NOS