• fijn·te
enkelvoud meervoud
naamwoord fijnte fijnten
fijntes
verkleinwoord

de fijntev

  1. het zeer zuiver zijn van edele metalen of edelstenen
  2. het uit zeer fijne deeltjes of lijntjes bestaan
  3. de mate van fijnheid of graad van fijnheid
35 % van de Nederlanders;
39 % van de Vlamingen.[2]