fijnkauwen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fijnkauwen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fijn·kau·wen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fijn en kauwen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
fijnkauwen |
kauwde fijn |
fijngekauwd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
fijnkauwen
- overgankelijk met de kiezen of andere monddelen tot kleine delen vermalen
- Termieten bouwen een nest door hout fijn te kauwen.
Gangbaarheid
- Het woord fijnkauwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.