fifties
- fif·ties
- alleen meervoud, van Engels fifties
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | fifties |
verkleinwoord | - | - |
de fifties mv
- jaren 1950 tot en met 1959
- ▸ Liefhebbers van de jaren 50 hebben de neiging om een jukebox in hun huiskamer te zetten, wat in de fifties helemaal niemand deed.[1]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord fifties staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fifties" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron Alexandra van Ditmars“Zij leven alsof het de jaren 30 is (de leuke kant van die tijd)” op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be