fietsnet
- fiets·net
- samenstelling van fiets zn en net zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fietsnet | fietsnetten |
verkleinwoord | fietsnetje | fietsnetjes |
het fietsnet o
- (verkeer) verzameling van met elkaar samenhangende fietsroutes
- ▸ Het is een belangrijke schakel die ontbreekt in het fietsnet', zegt een woordvoerder van stadsdeel Centrum.[1]
- een net dat men gebruikt voor het vervoer van bagage op een fiets
- [1] fietsnetwerk
- Het woord 'fietsnet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fietsnet" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Stadsdeel wil snel nieuwe fietsroute langs Nemo” (12 juli 2013), Het Parool
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be