• fiets·com·pu·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord fietscomputer fietscomputers
verkleinwoord fietscomputertje fietscomputertjes

de fietscomputerm

  1. (wielrennen) op een fiets gemonteerd apparaatje dat de afgelegde afstand en de (gemiddelde) snelheid registreert en die op een beeldscherm weergeeft