field
- field
- fielden zonder de uitgang -en
vervoeging van |
---|
fielden |
field
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fielden
- Ik field.
- gebiedende wijs van fielden
- Field!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fielden
- Field je?
- Het woord field staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Geluid: field (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /fild/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
field | fields |
field
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to field |
he/she/it | fields |
verleden tijd | fielded |
voltooid deelwoord |
fielded |
onvoltooid deelwoord |
fielding |
gebiedende wijs | field |
field