• field
vervoeging van
fielden

field

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fielden
    • Ik field. 
  2. gebiedende wijs van fielden
    • Field! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fielden
    • Field je? 


enkelvoud meervoud
field fields

field

  1. veld
  2. gebied
  3. slagveld
vervoeging
onbepaalde wijs to  field 
he/she/it  fields 
verleden tijd  fielded 
voltooid
deelwoord
 fielded 
onvoltooid
deelwoord
 fielding 
gebiedende wijs  field 

field

  1. overgankelijk  fielden ww