• fi·bro·se
  • met het voorvoegsel fibro- en met het achtervoegsel -ose
enkelvoud meervoud
naamwoord fibrose -
verkleinwoord fibrosetje fibrosetjes

de fibrosev

  1. (medisch) woekering van bindweefsel
84 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be