fendre
stamtijd | ||
---|---|---|
tegenw. tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
fenc | fenia | fes |
2e vervoeging | volledig | onregelmatig |
fendre
fendre
- klieven, splijten
- (spreektaal) over de brug komen, trakteren [2]
- ↑ Weblink bron fendre in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
- ↑ Wouw, Berry van de, Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 92