fatsoenshalve
- fat·soens·hal·ve
fatsoenshalve
- uit fatsoen, om het fatsoenlijk te houden
- Ik riep iets wat ik fatsoenshalve niet zal herhalen.
1. uit fatsoen, om het fatsoenlijk te houden
- Het woord fatsoenshalve staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.