fastfood
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fast·food
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘gemaksvoedsel’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
- Uit het Engels: fast (snel) en food (voedsel)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fastfood | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het fastfood o
- verzamelnaam voor snel bereid en geserveerd voedsel
- ▸ De PCT zal misschien niet al je problemen oplossen, maar het zal je een nieuw perspectief op je leven geven waardoor je hopelijk een aantal zaken zult kunnen bijstellen, zoals: minder geld uitgeven, een minder volle agenda, minder fastfood eten en meer tijd voor je familie en vrienden.[2]
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord fastfood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fastfood" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "fastfood" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be