fasehoek
- fa·se·hoek
- samenstelling van fase en hoek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fasehoek | fasehoeken |
verkleinwoord | - | - |
de fasehoek m
- (elektrotechniek) de faseverschuiving tussen spanning en stroom bij wisselstroom (in een ideaal geval nul graden)
- Het woord 'fasehoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.