familietrek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: familietrek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fa·mi·lie·trek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van familie en trek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | familietrek | familietrekken |
verkleinwoord | familietrekje | familietrekjes |
Zelfstandig naamwoord
de familietrek m
- een eigenschap die kenmerkend is voor leden van een familie
- Tja, dat is nu echt een familietrekje!
Gangbaarheid
- Het woord familietrek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.