familielijn

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  familielijn    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• fa·mi·lie·lijn

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  familie zn  en  lijn zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	familielijn	familielijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de familielijn v / m

1. de voortgang van een familienaam door de generaties heen

   ▸ Drie jaar later, in 2016, wilden de ouders van Jie en Xi de voogdij over de embryo's krijgen. Ji en Xi waren allebei enig kind en hun ouders wilden graag de familielijn voorzetten.

2. de voortgang van een groep bloedverwanten door de generaties heen

   ▸ Uit de eerste analyse is gebleken dat nog niet alle familielijnen van families die in 1998 in het onderzoeksgebied woonden, zijn afgedekt door de mannen die tot nu toe hebben meegewerkt. Zo'n 3000 mannen moeten nog worden benaderd om vrijwillig dna af te staan. Bekeken wordt nu wie dat gaat doen en wanneer.

Synoniemen

• [2] bloedlijn, afstammingslijn

Gangbaarheid

• Het woord familielijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.