Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fa·mi·lie·ju·weel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord familiejuweel familiejuwelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het familiejuweelo

  1. een waardevol sierraad dat al lange tijd in het bezit is van een groep bloedverwanten
    • Net als Achmed koestert het grootste deel van de 22 miljoen Irakezen zijn clan als een familiejuweel. Naarmate een oorlog dichterbij komt, wordt de innige band met en de gehoorzaamheid aan de clan alleen maar groter.[1] 
    • Volgens juwelenexpert Susan Rumfitt past de ring van Meghan binnen de traditie. Ze vergelijkt het sieraad met de verlovingsring van koningin Elizabeth. Prins Philip heeft er, net als zijn kleinzoon, een deel van de sieraden van zijn moeder voor gebruikt. ,,Het gebruiken van een stuk familiejuweel is een traditioneel idee", aldus Rumfitt. [2] 

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad Ferry Biedermann (IPS) 10-03-2003 Trouw aan de clan, misschien ook aan Saddam
  2. Tubantia Tess Maidman 27-11-17 Dit is waarom de verlovingsring van Meghan zo bijzonder is