familieberaad
- fa·mi·lie·be·raad
- samenstelling van familie en beraad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | familieberaad | familieberaden |
verkleinwoord | familieberaadje | familieberaadjes |
het familieberaad o
- overleg door leden van de familie
- Na het overlijden van de pater familias was er familieberaad nodig om een nieuwe leider aan te stellen.
- Het woord familieberaad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.