Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fa·mi·lie·be·raad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord familieberaad familieberaden
verkleinwoord familieberaadje familieberaadjes

Zelfstandig naamwoord

het familieberaado

  1. overleg door leden van de familie
    • Na het overlijden van de pater familias was er familieberaad nodig om een nieuwe leider aan te stellen. 

Gangbaarheid