familiearchief
- fa·mi·lie·ar·chief
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | familiearchief | familiearchieven |
verkleinwoord |
het familiearchief o
- verzameling documenten die zijn gemaakt en/of ontvangen door een groep bloedverwanten
- ▸ Hier lag haar familiearchief en hier stonden ook de hutkoffers waarin de winterkleren voor de zomer werden weggeborgen.[2]
- ▸ De familie van de beroemde natuurkundige bewaarde het afschrift van de Stockholms Enskilda Bank jarenlang in het familiearchief. Vanmiddag wordt het overgedragen aan het museum.[3]
- Het woord familiearchief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396
- ↑ Weblink bron “'Lorentz en Einstein komen ineens dichtbij'” (12-03-2018), NOS