• fa·mi·lie-eten·tje
enkelvoud meervoud
naamwoord familie-etentje familie-etentjes
verkleinwoord

het familie-etentjeo

  1. (familie) feestelijke maaltijd die men samen met meerdere leden van de familie nuttigt
     Karl had zijn werk bij de marine en daar hielden ze geen rekening met familie-etentjes. Rosa leek zich in een soortgelijke positie te bevinden.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142