Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fa·cul·tair
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen facultair facultairder facultairst
verbogen facultaire facultairdere facultairste
partitief facultairs facultairders -

Bijvoeglijk naamwoord

facultair

  1. betrekking hebbend op een studierichting van een universiteit
    • De fraudeurs liepen tegen de lamp toen docenten merkten dat studenten de toetsen sneller maakten dan ervaren docenten. Studenten die kunnen aantonen dat ze wel een reële tijd aan de toets hebben besteed, kunnen bezwaar aantekenen, zegt de voorzitter van de facultaire examencommissie Lisette Duyster-Went tegen Folia Web. Ze kan niet uitsluiten dat de truc vaker gebruikt is door studenten. [1] 
    • In de begeleidende mail verzoekt Bureau Communicatie van de UvA de facultaire communicatiemedewerkers om na te gaan of de mensen op de lijst betrokken zijn bij de organisatie van de bachelordag van vorige zaterdag. Ook wil de UvA dat de faculteiten „een inschatting maken hoe groot de kans is dat dat 'gedoe' oplevert en dat terugkoppelen”, meldt Folia op de website. [2] 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. De Telegraaf 15 apr. 2014 Massale fraude op UvA
  2. De Telegraaf 11 mrt. 2015 UvA registreert sympathisanten
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be