facilitator
- Geluid: facilitator (hulp, bestand)
- fa·ci·li·ta·tor
- Naamwoord van handeling van faciliteren met het achtervoegsel -ator
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | facilitator | facilitators facilitatoren |
verkleinwoord | facilitatortje | facilitatortjes |
de facilitator m
- persoon, groep of instelling die iets faciliteert
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord facilitator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.