Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fa·brieks·slui·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fabriekssluiting fabriekssluitingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de fabriekssluitingv

  1. het staken van de productie door een fabriek
     Werknemers begonnen afgelopen donderdag al een wilde staking. "De mensen zijn bereid tot het uiterste te gaan om een goed sociaal plan te bewerkstelligen. Met zo'n fabriekssluiting boven hun hoofd hebben ze weinig te verliezen", aldus Di Giacomo Russo.[1]
     Hoe kon het virus zo’n enorm effect op – in dit geval – de markt voor nieuwe en gebruikte auto’s hebben? De vele fabriekssluitingen van toe­leveranciers van onderdelen in China vormen een belangrijke oorzaak. Nergens ter wereld was de lockdown zo streng als daar en zelfs nu is de toestand nog niet stabiel. Wanneer je dan als autofabrikant op een paar containers vol met koplampen zit te wachten, die vervolgens niet komen, kun je de hele productielijn stilleggen. En dan hebben we het nog maar over één onderdeel voor één specifiek merk of type. Zo komen er dagelijks scheepsladingen met onderdelen en natuurlijk accu’s voor EV’s uit het Verre Oosten. Althans, zo zou het moeten zijn. Ook in Europa lagen complete fabrieken stil tijdens de lockdowns en die achterstand is nog lang niet ingelopen, om nog maar te zwijgen van het chiptekort.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Werknemers glasfabriek Schiedam staken voor beter sociaal plan” (Maandag 13 maart 2017, 07:46), NOS
  2.   Weblink bron “Dit is waarom tweedehands auto’s zo duur zijn” (25-07-2022), Tubantia