Nederlands

 
ezelwagen
Uitspraak
Woordafbreking
  • ezel·wa·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ezelwagen ezelwagens
verkleinwoord ezelwagentje ezelwagentjes

Zelfstandig naamwoord

de ezelwagenm

  1. een wagen of kar die door een ezel wordt voortgetrokken
     Als het eten gedaan is, slenteren de Chinese gasten op hun gemakje door de weelderige tuin van het 4-sterrenresort. Ze laten zich fotograferen bij het zwembad en bij de oude ezelwagen die voor de sier op het terras is neergezet.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Roel Pauw
    “Chinese vluchtelingen in Tunesië” (Maandag 28 februari 2011, 20:17), NOS