extradite
- ex·tra·dite
- Afkomstig van het Franse woord extradition, dat van de Latijnse woord ex- en tradere komt.
- Engels werkwoord met het voorvoegsel ex-.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to extradite |
he/she/it | extradites |
verleden tijd | extradited |
voltooid deelwoord |
extradited |
onvoltooid deelwoord |
extraditing |
gebiedende wijs | extradite |
extradite
vervoeging van |
---|
extraditar |
extradite
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van extraditar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van extraditar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van extraditar