executoir
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- exe·cu·toir
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse exécutoire (met het voorvoegsel ex-) [1] [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | executoir |
verbogen | executoire |
partitief | executoirs |
Bijvoeglijk naamwoord
- (juridisch) uitvoerbaar, invorderbaar
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord executoir staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "executoir" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[5] |