examineren
- Geluid: examineren (hulp, bestand)
- exa·mi·ne·ren
- Naamwoord van handeling van het Franse examiner (met het achtervoegsel -eren) [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
examineren |
examineerde |
geëxamineerd |
zwak -d | volledig |
examineren
- overgankelijk aan een examen onderwerpen
- De leerlingen werden in de sporthal geëxamineerd.
1.aan een examen onderwerpen
- Het woord examineren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "examineren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ examineren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be