Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • exa·men·vraag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord examenvraag examenvragen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de examenvraagv / m

  1. een vraag die op een examen wordt gesteld
     Ook vielen sommigen over een examenvraag waarbij een filmpje zat van Lady Gaga met haar benen wijd. Klagers vonden dat aanstootgevend.[2]
     De nieuwe campagne zal zich dan ook met name op jongeren richten. "We gaan ze op Instagram, Facebook en Twitter waarschuwen voor de gevaren van lachgas", legt Kwant uit. Toch denkt hij dat een campagne alleen niet genoeg is. "Tijdens rijopleidingen zou er ook aandacht aan besteed kunnen worden, bijvoorbeeld in de theorie of dat het terugkomt als examenvraag."[3]
     Het onderzoek werd ingesteld omdat in de VS en het VK eerder al bleek dat accountants op grote schaal sjoemelden met de verplichte bijscholings-examens. In de VS ging het nota bene om een ethiek-examen. Uit het onderzoek blijkt dat zo’n vijfhonderd medewerkers in Nederland elkaar de antwoorden van examenvragen toespeelden.[4]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Site LAKS plat vanwege drukte” (Dinsdag 15 mei 2012, 00:08), NOS
  3.   Weblink bron “Campagne tegen lachgas achter het stuur: 'Onbegrijpelijk dat mensen dat doen'” (Maandag 12 augustus 2019, 08:10), NOS
  4.   Weblink bron
    Peet Vogels
    “Nederlandse accountants spieken bij verplichte examens” (18-07-2023), Tubantia