examenstof
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: examenstof (hulp, bestand)
Woordafbreking
- exa·men·stof
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van examen en stof [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | examenstof | examenstoffen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- de stof die men moet bestuderen voor een bepaald examen
- Hij had maar de helft van de examenstof bestudeerd maar haalde toch nog net een voldoende.
Gangbaarheid
- Het woord examenstof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "examenstof" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be