• exa·men·stof
enkelvoud meervoud
naamwoord examenstof examenstoffen
verkleinwoord

de examenstofv / m

  1. de stof die men moet bestuderen voor een bepaald examen
    • Hij had maar de helft van de examenstof bestudeerd maar haalde toch nog net een voldoende. 
100 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]