examenprogramma
- exa·men·pro·gram·ma
- samenstelling van examen zn en programma zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | examenprogramma | examenprogramma's |
verkleinwoord |
het examenprogramma o
- kennis en vaardigheden die leerlingen moeten beheersen om hun examen te kunnen halen
- ▸ Op langere termijn wil de raad verkennen hoe er bijvoorbeeld meer keuzeruimte kan komen voor leerlingen en minder versnippering in het examenprogramma. Om leren en de algemene ontwikkeling beter te combineren, zou ook meer gekeken kunnen worden naar het vervolgonderwijs bij het bepalen wat leerlingen nodig hebben. De organisatie adviseert ook te investeren in eigentijdse toetsvormen.[1]
- ▸ Leerlingen denken zelfs positief over het verplichten van loopbaanoriëntatie en -begeleiding door dat op te nemen in het examenprogramma. Dat geldt voor scholieren op zowel vmbo, als havo en vwo.[2]
- ▸ Economen Arnold Heertje en Arnoud Boot zijn het hier niet mee eens. Het gedachtegoed van Keynes moet terugkeren in het onderwijs, vinden zij. Door de kreditietcrisis is de leefwereld van jongeren veranderd. Het nieuwe examenprogramma biedt volgens Heertje en Boot geen ruimte om dit goed te begrijpen. In plaats van de nadruk op marktwerking, moet volgens hen de nadruk juist liggen op de rol van de staat in de economie.[3]
- Het woord examenprogramma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “'Eindexamens moeten anders, waarde van het diploma onder druk'” (Donderdag 29 maart 2018, 04:17), NOS
- ↑ Weblink bron “Vraag om meer hulp studiekeuze” (Donderdag 18 april 2013, 07:50), NOS
- ↑ Weblink bron “'De kern' van Heertje jubileert” (Donderdag 19 april 2012, 13:49), NOS