• exa·men·on·der·deel
enkelvoud meervoud
naamwoord examenonderdeel examenonderdelen
verkleinwoord

het examenonderdeelo

  1. deel van een examen dat uit meerdere onderdelen bestaat
     1600 gezakte inburgeraars blijken toch geslaagd voor examenonderdeel; Een kleine 1600 mensen die gezakt waren voor een onderdeel van het inburgeringsexamen zijn daar alsnog voor geslaagd. Demissionair minister Koolmees meldt aan de Tweede Kamer dat er een fout is gemaakt bij de normering van de examens. Daardoor kregen 1584 kandidaten ten onrechte te horen dat ze voor dat onderdeel gezakt waren. Volgens Koolmees ligt de fout bij de ontwikkelaar van de toetsen.[1]
     De vakvereniging Levende Talen is blij dat er iets gedaan wordt om de eindexamens te verbeteren. Uit een enquête die de vereniging onder leraren Duits liet rondgaan, bleek dat 80 procent van de docenten de normering van de eindexamens te streng vond. "Het steekt enorm veel docenten dat sinds jaar en dag de leesvaardigheid het enige examenonderdeel is", zegt Paul Stevelmans van Levende Talen.[2]
  1.   Weblink bron “1600 gezakte inburgeraars blijken toch geslaagd voor examenonderdeel” (Woensdag 29 september 2021, 17:00), NOS
  2.   Weblink bron “Docenten gaan niveau leerlingen voor moeilijke eindexamens inschatten” (Vrijdag 23 maart 2018, 18:37), NOS