evaporator
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: evaporator (hulp, bestand)
Woordafbreking
- eva·po·ra·tor
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van evaporeren met het achtervoegsel -ator[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | evaporator | evaporatoren evaporators |
verkleinwoord | evaporatortje | evaporatortjes |
Zelfstandig naamwoord
de evaporator m
- (techniek), (natuurkunde) instrument dat evaporeert, een verdamper
Gangbaarheid
- Het woord 'evaporator' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Engels
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud |
---|---|
evaporator | evaporators |
Zelfstandig naamwoord
evaporator