evaluatiegesprek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- eva·lu·a·tie·ge·sprek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van evaluatie zn en gesprek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | evaluatiegesprek | evaluatiegesprekken |
verkleinwoord | evaluatiegesprekje | evaluatiegesprekjes |
Zelfstandig naamwoord
het evaluatiegesprek o
- gesprek waarin men kijkt naar de zaken die goed zijn gegaan en de zaken die minder goed zijn gegaan
- ▸ Rauwerdink vermoedde in eerste instantie wel een verband tussen het evaluatiegesprek en de verbanning uit de nationale ploeg. "Dat was in mijn boosheid mijn eerste reactie, maar Everaert en Benne verzekeren mij dat het daar niets mee te maken heeft."[1]
- ▸ Maarten Nooter, hoofdredacteur Sport van de NOS, stelt dat de omroep geen voorwaarden heeft gesteld aan Boogerd: "Het is niet zo dat hij pas weer welkom is als hij open kaart speelt. Boogerd heeft mij in oktober 2012, in een evaluatiegesprek na afloop van het wielerseizoen, laten weten dat hij twijfelde of hij door wilde gaan met commentaar geven."[2]
Gangbaarheid
- Het woord evaluatiegesprek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Verbanning tergt volleybalduo” (Dinsdag 12 november 2013, 15:59), NOS
- ↑ Weblink bron “NOS: géén voorwaarden Boogerd” (Donderdag 21 februari 2013, 12:06), NOS