Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eva·cu·a·tie·ge·bied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord evacuatiegebied evacuatiegebieden
verkleinwoord evacuatiegebiedje evacuatiegebiedjes

Zelfstandig naamwoord

het evacuatiegebiedo

  1. gebied dat door de bewoners verlaten moet worden i.v.m. een dreigend gevaar
     De bewoners kunnen alleen onder politiebegeleiding. De politie houdt aan de rand van het evacuatiegebied controles, omdat vooralsnog alleen bewoners het gebied inmogen. Ander verkeer wordt op afstand gehouden.[1]
     Het evacuatiegebied rondom Woltersum is op dit moment alleen toegankelijk voor bewoners. Niet-bewoners kunnen het gebied niet in.[2]
     De Japanse autoriteiten hebben inmiddels het evacuatiegebied rond kerncentrale Fukushima uitgebreid. Moesten mensen eerst in een cirkel van 10 kilometer rond de nucleaire installatie vertrekken, nu is dat een cirkel van 20 kilometer.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Evacués Groningen mogen naar huis” (Zaterdag 7 januari 2012, 16:45), NOS
  2.   Weblink bron “Hoogwater in Nederland van minuut tot minuut” (Zaterdag 7 januari 2012, 16:30), NOS
  3.   Weblink bron “Onduidelijkheid rond kerncentrale” (Zaterdag 12 maart 2011, 22:02), NOS