• eu·ro·scep·sis
enkelvoud meervoud
naamwoord euroscepsis
verkleinwoord

de euroscepsisv

  1. argwaan ten opzichte van de Europese Unie en de eenwording van Europa
     Ondanks de crisis en groeiende euroscepsis hebben de grote pro-Europese partijen zich gehandhaafd in het Europees Parlement. Het EU-parlement zal weliswaar meer anti-Europese afgevaardigden gaan tellen, maar of zijn een krachtig blok kunnen gaan vormen, is maar de vraag.[1]
     Alexander Pechtold heeft op het congres van D66 gepleit voor een sterker Europa. Terwijl de Euroscepsis toeneemt, zei de partijleider dat dit 'juist nu een absolute noodzaak is'. „President Trump is een kans voor Europa. Schuivende panelen in Washington, Moskou, Peking en Ankara dwingen ons continent de krachten te bundelen. Dan blijft Europa een wereldspeler van formaat.”[2]
  1.   Weblink bron “Ruk naar rechts, centrum blijft aan macht” (26-05-2014), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Tobias den Hartog
    “Pechtold: Sterk Europa kan Trump aan” (28-01-2017), Tubantia