ettelijk
- et·te·lijk
naamwoord | |
---|---|
onverbogen | ettelijk |
verbogen | ettelijke |
ettelijk
- een vrij groot aantal [2]
- Hij heeft daar ettelijk uurtje aangenaam doorgebracht.
- Na ettelijke pintjes wilde hij toch achter het stuur stappen, maar daar kwam niets van in.
- Het woord 'ettelijk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ettelijk" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ ettelijk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be