• er·in sla·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
erin slagen
slaagde erin
erin geslaagd
zwak -d volledig

erin slagen

  1. lukken, succesvol afsluiten
    • Het schrijven van een boek is moeilijk, maar ik zal erin slagen.