• epi·de·mio·loog
enkelvoud meervoud
naamwoord epidemioloog epidemiologen
verkleinwoord epidemioloogje epidemioloogjes

de epidemioloogm

  1. (medisch) (beroep) iemand die zich bezig houdt met epidemieën
     De epidemioloog en architect achter de omstreden Zweedse corona-aanpak zegt dat er in zijn land meer gedaan had moeten worden om het virus aan het begin van de uitbraak te beteugelen.[1]
90 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[2]
  1.   Weblink bron “Brein achter omstreden Zweedse coronastrategie geeft fouten toe” (03-06-2020), Tubantia
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be