epicurist
- epi·cu·rist
de epicurist m
- (filosofie) volgeling van Epicurus, die leerde dat het geluk van personen het hoogste goed in het menselijk leven is
- ▸ Ik zou meer in het verborgene willen gaan leven. ‘Lathe biosas’, zeiden de epicuristen. Leef onopvallend.[3]
- genotzuchtig persoon
- ▸ De naam van Oskar Lafontaine - sociaal-democraat en bovendien epicurist - kwam natuurlijk ook voor. Want die houdt zeer van dames, hij is ook al voor de derde keer getrouwd.[4]
- Het woord epicurist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "epicurist" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ epicurist op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron
Birgit Kooijman“Mijn werk deugt, maar mijn leven is niet echt gelukt” (12 juli 2014) op nrc.nl - ↑
Weblink bron
J.M. Bik“Duitsland; Eros in Bonn: opgebakken trivialiteit, maar toch..” (24 februari 1996) op nrc.nl - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be