• en·tree·prijs
enkelvoud meervoud
naamwoord entreeprijs entreeprijzen
verkleinwoord

de entreeprijsm

  1. bedrag dat men moet betalen om ergens naar binnen te gaan; bedrag dat men moet betalen om iets te bezoeken
     Klaus Hoven is het daarmee eens. "De hoge entreeprijs werkte afschrikwekkend. Maar dan nog, dat Yumble al na vier maanden sluit is wel erg verrassend."[2]
     One World Trade Center, dat staat op de plek van het oude World Trade Center, is met 541 meter het hoogste gebouw van de Verenigde Staten. Het uitzichtplatform is op 380 meter. Wie ernaar toe wil moet wel diep in de buidel tasten: de entreeprijs is 32 dollar (30 euro) per persoon.[3]
     Bij het wielerspektakel maken een dag na de finish in Parijs bekende Tour de France-renners als Bauke Mollema, Laurens ten Dam, Marcel Kittel en Johnny Hoogerland hun opwachting. De toegang is gratis, terwijl vorig jaar de entreeprijs 15 euro was.[4]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Pretpark Yumble sluit vier maanden na opening” (Woensdag 22 juli 2015, 15:22), NOS
  3.   Weblink bron “New York krijgt er een highlight bij” (Woensdag 8 april 2015, 03:31), NOS
  4.   Weblink bron “25.000 bezoekers naar Boxmeer” (Donderdag 18 juli 2013, 16:08), NOS