enkefru
- en·ke·fru
Naar frequentie | 104190 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | enkefru |
enkefru
- (formeel) als titel voor een weduwe van een hooggeplaatste man (bijv. bij een ontvangst: enkefru Asta Johannson en hendes datter)
- en·ke·frue
- Samenstelling van fri bn "vrij" en sted zn "oord, plaats"
Naar frequentie | 44350 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | enkefru |
enkefru
- (formeel) als titel voor een weduwe van een hooggeplaatste man (bijv. bij een ontvangst: enkefru Asta Johannson en hun datter)