engeltjesmaakster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- en·gel·tjes·maak·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | engeltjesmaakster | engeltjesmaaksters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de engeltjesmaakster v
- (eufemisme) (beroep) vrouw die een abortus verricht
- vrouw die kleine kinderen door verwaarlozing of anderszins doet sterven
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord engeltjesmaakster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "engeltjesmaakster" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be