Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ener·gie·ver·bruik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord energieverbruik
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het energieverbruiko

  1. de hoeveelheid energie die een apparaat of levend wezen nodig heeft
    • Het energieverbruik van computerchips is sterk verminderd in de loop der jaren. 

Gangbaarheid

Meer informatie