Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van het preverbium en- 'in', het zelfstandig naamwoord cul 'kont' en het achtervoegsel -er.

Werkwoord

enculer

  1. (spreektaal) (vulgair) sodemieteren, kontneuken [1]
  2. (spreektaal) (vulgair) bedriegen, belazeren
    «J’me suis fais enculer de dix keusses sur ces jeans.»
    Ik heb me voor 10 euro laten naaien met die spijkerbroek. [1]

Verwijzingen