employability
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- em·ploy·a·bi·li·ty
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘brede inzetbaarheid van werknemers’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1996 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | employability | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de employability v
- (economie) brede inzetbaarheid van werknemers
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord employability staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.